Markt 43, 9700 Oudenaarde - +32 55 33 99 33

 

Olivier Niclaus, nieuwe kopman in het CRVV

 

Sinds kort waait er een nieuwe wind door de gangen van het Centrum Ronde van Vlaanderen. Merelbekenaar Olivier Niclaus heeft de directeursfakkel overgenomen van Geert Joris. De voormalige consultant wil het Oudenaardse wielercentrum internationaal op de kaart zetten en zet koers richting een nieuwe ‘cycling hub’: “We willen een totaalbeleving bieden aan elke bezoeker, lokaal, regionaal en internationaal.”

 

Wat is jouw achtergrond?

Olivier Niclaus: Ik kom niet echt uit een koersgekke familie. Ik heb altijd graag recreatief gesport, maar nooit op competitief niveau. Als kind droomde ik er wel van om sportjournalist te worden, maar uiteindelijk heb ik gekozen voor een studie overheidsmanagement. Vervolgens ben ik in consulting aan de slag gegaan. Eerst bij Deloitte, nadien bij het Gentse Möbius en zo’n zes jaar geleden bij EY. Daar werkte ik vooral op organisatietransformaties.

Eigenlijk ben ik al heel mijn carrière actief in overheidsconsulting, zowel op lokaal, Vlaams als federaal niveau. Zo heb ik de voorbije jaren nog een studie gemaakt voor de Stad Oudenaarde.

Daarnaast boeide de sportwereld me mateloos. Ik heb altijd in contact gestaan met die sector o.a. via netwerkevents. En vorig jaar heb ik ook de “Expert Class in Cycling Management” aan de VUB gevolgd. Vanaf toen voelde ik: daar wil ik iets mee doen. Ook de gelijkenissen en verschillen tussen de zakenwereld en de sportbusiness spraken me aan. Ik wou ooit in dat sportdomein terecht komen en ja, dat is uiteindelijk iets vroeger gebeurd dan verwacht. (lacht)

 

Wat trok je zo aan in deze vacature?

Vooral het verhaal rond de ‘cycling hub’ triggerde mij. Ik zoek altijd de uitdaging en het innovatieve trok me enorm aan. In het huidige gebouw bots je op bepaalde limieten, terwijl die nieuwe locatie net perspectieven opent.

Zonder afbreuk te doen aan het recente beleid, ben ik ervan overtuigd dat er nog veel meer groeicapaciteit zit in het Centrum Ronde van Vlaanderen. Ik wil vooral verder inzetten op het aanbieden van beleving. Onder Geert Joris is het CRVV van een museum naar een belevingscentrum geëvolueerd. Nu die eerste zaadjes geplant zijn, wil ik dat potentieel verder uitbouwen. Dat wil ik hier al in gang steken, nog voor we naar de locatie aan de andere kant van de Schelde verhuizen. 

 

Hoe zie jij het CRVV 3.0?

Alles zal draaien rond experience. Ik ben zelf ook een recreatieve fietser. Maar lag de klemtoon bij mij vroeger op zoveel mogelijk kilometers malen, dan focus ik me de laatste jaren veel meer op die beleving. Daarom heb ik vorig jaar een fietsreis ondernomen in Zwitserland. Het viel zo in de smaak dat er dit jaar weer een fietsvakantie op de planning staat.

Ook deze streek leent zich daartoe. De grootouders van mijn vrouw wonen in Bevere en dus zakten wij ook de afgelopen jaren in het weekend geregeld naar Oudenaarde af. De hellingen ken ik intussen al goed uit het hoofd. Laat ons zeggen dat ik hier geen GPS meer nodig heb. (knipoogt)

 

Hoe wil je jouw expertise aanwenden?

Ik wil vol inzetten op samenwerking. Zowel met het personeel, het bestuur als met de verschillende stakeholders; gaande van de Stad Oudenaarde, de provincie Oost-Vlaanderen en Toerisme Vlaanderen tot Flanders Classics en onze partners. Samen met hen wil ik naar die nieuwe cycling hub toewerken. En dat vanuit een wederzijdse relatie: wat kunnen wij voor hen betekenen en vice versa. Bij mijn aanstelling was ik trouwens heel aangenaam verrast over de goesting en drive die leeft bij al onze personeelsleden, vrijwilligers en stagiairs. Dat belooft!

Daarnaast heb ik ook een heel brede achtergrond, van management skills tot financiële kennis. En uiteraard de passie voor de fiets, want zonder kan je dit centrum natuurlijk niet leiden. Maar het zijn vooral de creativiteit, de innovatie en de uitdaging die me aantrekken.

 

Welke projecten hoop je met het CRVV te realiseren?

De ideeën zijn eindeloos! (lacht) We moeten gewoon slim kijken waar we op inzetten. Ik streef ernaar om elke bezoeker die hier morgen binnenstapt echt een ‘wow-gevoel’ te geven. Of je nu de shop of de brasserie bezoekt, een zaal of een fiets huurt, je moet die totaalbeleving meekrijgen. Momenteel bieden we nog te veel aparte services aan en mis ik het totaalplaatje.

Ook in de tijdelijke exposities wil ik trouwens die lijn doortrekken: je moet je even Mathieu van der Poel of Tadej Pogacar kunnen wanen. Je tijdelijk eens kunnen inleven in het bestaan van een profwielrenner. Daarvoor wil ik onder meer samenwerken met partners die rond technologie en virtual reality opereren. Zo wil ik bezoekers bijvoorbeeld aan den lijve laten ondervinden hoe het voelt om aan 40 km/u over de Oude Kwaremont te denderen.  

Ook droom ik ervan om een soort social activity wall te installeren, waar we de connectie kunnen leggen met de wielerprofs. Zodat bezoekers in één oogopslag zien waar al die coureurs aan het racen zijn, hun Strava-exploten, de wattages die ze trappen, hun social media feed,…

 

Waar valt er nog progressie te boeken?

Ik hoop alles verder te kunnen uitbouwen op maat van de actieve fietser. Iedereen blijft uiteraard welkom, maar we willen de actieve wielertoerist nog meer op zijn of haar wenken bedienen. Dat wil ik ook weerspiegeld zien in de brasserie: een wielertoerist moet hier kunnen consumeren wat een hedendaagse profrenner eet en drinkt. Dat vergt een aanpassing van onze menukaart met meer sportmaaltijden. 

Ook kwalitatieve koffie past bijvoorbeeld in dat rijtje, gezien de populariteit onder fietsers. Ook daarin moeten we een top-notch product kunnen aanbieden. Zelfs als je de tentoonstelling of de shop links laat liggen, moet je alsnog die profervaring meekrijgen.

Ook de verhuis naar de cycling hub speelt daarin een rol. We kunnen binnen de huidige infrastructuur al het een en ander opstarten, maar door het nieuwe gebouw zullen we meer innovatieve elementen en functies kunnen toevoegen.

 

Quote: “Voor mij wordt het startschot voor de cycling hub vandaag gegeven, niet over vier jaar.”

 

Wat met de erfenis die aan het CRVV kleeft?

Ik wil de oprichters zeker betrokken houden bij de evolutie van het Centrum. Binnenkort heb ik met hen afgesproken voor een lekkere kop koffie. Communicatie met alle betrokken partijen is essentieel; zowel met het bestuur, de commerciële partners als de politiek. Ik wil dat iedereen weet wat ze aan ons hebben. We moeten praten over die nieuwe toekomst, mensen betrekken. Ik wil iedereen zijn belangen kennen en die zoveel mogelijk met elkaar verzoenen.

Voor mij wordt het startschot van de cycling hub nù gegeven, niet in 2028 of 2029. Wat moeten we behouden? Wat kan beter? Met welke partners kunnen we in zee gaan om elkaar te versterken? Het is geen verhaal van ‘we houden het hier nog vier jaar in stand en pas dan stampen we iets nieuws uit de grond’.

Ik zie de fietsindustrie nog altijd als een groeiende markt. We kunnen België als koersgek land internationaal nog veel meer uitdragen. We moeten ook verder durven kijken dan het regionale. Dat kan door ideeën vanuit het buitenland naar hier te halen, maar ook door een internationaal netwerk.

 

Hoe wil je de aantrekkingskracht van het CRVV verhogen?

Graag zou ik hier een centrum uitbouwen waar elke week iets te doen is. Dat het een soort plek wordt waarvan je niet langer het gevoel hebt ‘ik ben daar eens geweest en ik heb het gezien’. We zullen blijven vernieuwen en een breed gamma aan events aanbieden zodat mensen iets missen als ze een paar maand niet over de vloer komen. Dat gevoel wens ik te creëren.

Daarnaast wil ik nog meer de klemtoon leggen op het sportief fietsen in deze unieke regio. Hierbij moeten we trouw blijven aan het DNA van deze streek: de korte nijdige hellingen, het draaien en keren, de bonkige kasseistroken,… Zo kunnen we de Ronde optimaal benutten: als internationaal uithangbord, als vliegwiel voor het fietsgebeuren in de hele streek.

In dat breder plaatje zie ik het Centrum Ronde van Vlaanderen als een internationale landmark: niet alleen met toeristische waarde, maar ook dé plek waar je bekende wielervedetten tegen het lijf kan lopen of de nieuwste wielersnufjes kan ontdekken. Over een vijftal jaar hoop ik dat we, in samenspel met de andere partners, hier één van dé leading cycling hubs van Europa hebben neergezet, waar technologie, innovatie en trends hand in hand gaan. Mijn motto luidt: ‘altijd streven naar beter, maar zonder iemand te verliezen onderweg’. (glimlacht)

 

Het ideale motto voor een kopman, lijkt ons.

 

Quote: “Op vijf jaar tijd willen we hier één van dé Europese cycling hubs neerzetten.”